Loon op Zand 11 februari 1779 - aldaar 22 augustus 1851Diverse functies in Bataafse en Franse tijd. Griffier Provinciale Staten (1814-51). In 1815 te Vrijhoeve-Capelle gehuwd met Sophia Maria Jacoba Josepha de Roy van Zuiderwijn (Breda 23 januari 1791 - Loon op Zand 21 mei 1868) (dochter van Adam Johannes Frans en Catherina Wilhelmina Josepha Montens). In (pj) 1835 griffier en lid van het Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In 1830 te 's-Hertogenbosch voor ƒ 141,23 aangeslagen. In 1844 als 43e vermeld op de lijst van 48 hoogstaangeslagenen te 's-Hertogenbosch met een aanslag van ƒ 252,85. Is vermeld op de lijst van hoogstaangeslagenen in 1848 voor ƒ 764,01. | 358 |
Katholiek. Rechtenstudie in Leiden. April 1808 kwartierdrost van Den Bosch, welke functie ook werd geambieerd door zijn halfbroer A.G. Verheijden. Hun vader J.B. Verheijden gaf echter de voorkeur aan de jongste. Na de komst van de Fransen vervangen door onderprefect H.F. Vermeulen. In 1810 tijdelijk onderprefect van Breda, en in februari 1814 de vervanger van de zieke Ising aldaar. Augustus 1814 griffier der Staten, welke functie hij veerig jaar zou bekleden. September 1820 ridder Orde van de Nederlandse Leeuw, oktober 1831 verheven in de adelstand. | 370 |
sedert 1318 gevestigd te 's HertogenboschJhr. Mr. F.X.Verheyen Broeder 1808 Proost 1837 Griffier der Gedeputeerde Staten van Noord Brabant, en Lid der Ridderschap Obiit 1851 | 7v |
1903 |
M.G. WildemanStamdeelen van Jhr. Mr. Franciscus Xaverius Verheyen.De Ridderschap van Noordbrabant (1903) No. 42 |
|
1904 |
RedactieJhr. Mr. Franciscus Xaverius VerheyenNederland's Adelsboek (1904) 530-531 |
Nederland's Adelsboek (1927) 339-340; (1931) 364; (1935) 366; (1939) 372; (1941) 270; (1953) 35-36; (1965) 182-183; (1971) 185
Noordbrabants Historisch Jaarboek 33 (2016) 147
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 58-59, 76-77, 189
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 784
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 125, 127, 180, 187, 263, 279-281, 323, 355; Bijlage 15, 39-40, 43, 45-46, 94, 96, 99-102, 104, 106-107, 116, 118, 120, 122-123, 132-134, 139-140, 156, 158, 162, 179, 212-215, 217, 220-221
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 68, 85, 142, 300, 344, 358, t6.6, t7.1
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 94, 100
A.F.J. van Kempen, Gouvernement tussen Kroon en Statenfacties LXXVI (1988) 20, 70-71, 94, 174, 194-195, 253, 266, 268-270, 298-299, 370
Jan van Oudheusden, Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (2004) 643
G.M. van der Velden, De kosterij van Bokhoven 1369-1969 XXXVI (1976) 108, 112, 124
M.G. Wildeman, De Ridderschap van Noordbrabant (1903) No. 42, 60, 83, 97, 100, 101
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 LI (1981) 349